Hout doet nutsschool van Oldenzaal een duurzame uitstraling cadeau

We stellen je voor aan Oldenzaal, een Nederlandse gemeente in de regio Twente. Vorig jaar werd de voormalige Nutsschool er gesloopt om plaats te maken voor een nieuw gebouw. Eindelijk, na zeven jaar palaveren. Daarmee verandert de aanblik van de binnenstad, want met zijn gekromde groendak en vriendelijke kleuren zal de moderne versie van het schoolgebouw voor een duidelijk accent in een anders doordeweeks straatbeeld zorgen. Nog opvallend: het gebruik van hout voor de dragende elementen in combinatie met een duurzame manier van verwarmen. Maak kennis met utiliteitsbouw anno 2021.

Wie is wie?

Laat me beginnen met te vertellen welke partijen bij dit project betrokken waren. Dat zijn er nogal wat. Vooreerst natuurlijk het schoolbestuur, dat werd bijgestaan door de stadsbouwmeester en de gemeente Oldenzaal. Daar komt namelijk het geld vandaan, zo’n 4,2 miljoen euro. Het was dan ook de gemeente die de knoop mocht doorhakken over de te volgen procedure. Hopend op aantrekkelijke offertes door de concurrentie te laten spelen, koos de gemeente voor de formule van openbare aanbesteding.

Voor de plaatsing van de installaties werd die slag gewonnen door Verhof Installatietechniek, met Dijkoraad dat optrad als E- en W-adviseur. Energieneutraliteit stond namelijk hoog op het verlanglijstje van de gemeente. Voor het constructieadvies tekende Brons Constructies & Ingenieurs. Rots Bouw, een aannemer uit Aalten, op een uurtje rijden van Oldenzaal, haalde tot zijn grote vreugde het contract voor de ruwbouw binnen. Projectleider Gerben Jan van Harten: “Het vooruitstrevende ontwerp en de gedurfde materiaalkeuze spraken ons in die mate aan dat we er erg op gebrand waren om aan dit project mee te werken.” Verantwoordelijk voor dat ontwerp is Henk te Kiefte, van Te Kiefte Architecten, een bureau dat veel ervaring heeft met scholenbouw en eerder ook al de Goede Herderschool in Ermelo uittekende. “Het ontwerp is vergelijkbaar, met als basis eenvoudige en doelmatige plattegronden, veel ruimte voor activiteiten buiten de leslokalen en het gebruik van hout voor de creatie van een aangename sfeer.” Laminated Timber Solutions (LTS), ten slotte, het enige Belgische bedrijf in dit Nederlands onderonsje, leverde het houtskelet op.

Wij hadden een gesprek met Gerben Jan van Harten (Rots Bouw), Henk te Kiefte (Te Kiefte Architecten) en Pieter Greven (LTS).

Twee punten van discussie

In vergelijking met het oude gebouw vallen twee dingen op. Ten eerste bestaat de school nu voor een klein deel uit twee bouwlagen, op uitdrukkelijke vraag van de stadsbouwmeester, zo blijkt, en sterk tegen de zin van het schoolbestuur. Henk te Kiefte: “Over het algemeen was het aangenaam samenwerken met zowel de gemeente als het schoolbestuur, maar wat dat deel van het ontwerp betreft, liepen de meningen flink uiteen. Uiteindelijk hebben we een compromis kunnen bereiken door alleen de technische ruimtes en kantoren een plaats op de verdieping te geven en alle leslokalen beneden in te plannen.”

De plaatsing van de voorgevel was een tweede twistappel. De gemeente hield vast aan de rooilijn van de straat, terwijl het schoolbestuur liever achter op het terrein had gebouwd om aan te sluiten bij de gymzaal die er toen nog stond. Henk te Kiefte: “Eigenlijk draaide het feit dat de voorgevel ter hoogte van de rooilijn moest komen, voor ons goed uit, want zo kwam er achter de school plaats vrij voor een aangename, groene speelplek die grenst aan de buurtspeelplek. Zo ontstaat een grote gemeenschappelijke ruimte met een speellokaal en krijgt de nieuwe Nutsschool meteen ook een buurtfunctie.”

Energieneutraal

Op technisch vlak hadden de opdrachtgevers een lijstje met duidelijke eisen klaar: het gebouw moest duurzaam zijn, onderhoudsvriendelijk en het moest een binnenklimaat hebben dat voldoet aan klasse B binnen de richtlijn ‘Frisse Scholen’. Henk te Kiefte: “Ook bovenaan dat lijstje stond energieneutraliteit. Best pittig dus. Maar in tijden van klimaatopwarming wilde de gemeente haar verantwoordelijkheid opnemen door een kwalitatief gebouw neer te zetten dat in zijn eigen energie voorziet, en dat verdient waardering.” Hoe heeft men dat voor elkaar gekregen? In ieder geval niet door een aansluiting op het aardgasnet, want die is er niet. Wel door het gebruik van aardwarmte middels een bodemgebonden warmtepomp die de volledige 1.552 m² van het schoolgebouw verwarmt en koelt. Nog tal van andere duurzame oplossingen werden toegepast: LED-armaturen, verlichting die via sensoren wordt aangestuurd, behoefteafhankelijke ventilatie, een buffer en infiltratie voor regenwater… noem maar op. Daarnaast bevolken PV-panelen liefst 1/3 van het dakoppervlak, het dak dat trouwens met mos-sedum is bedekt en daardoor hoge isolatiewaarden kent. Kortom, geen mogelijkheid bleef onbenut.

Dragende structuren in hout

Behalve de al opgesomde technologieën droeg ook de materiaalkeuze in grote mate bij tot de duurzaamheid van het project: zowat de volledige dragende structuur, bestaande uit een skelet van kolommen, liggers en gebogen spanten, is opgetrokken uit gelijmd gelamelleerd hout of BLC, terwijl het dak voor het grootste stuk uit CLT is gemaakt. Alles samen zit in het nieuwe schoolgebouw ongeveer 101 m³ gelamelleerd hout en circa 86 m³ CLT verwerkt. Voor zowel het dak als het houten skelet tekende LTS, een referentie op vlak van gelijmde houtstructuren.

Pieter Greven legt even uit wat BLC precies is: “Een element in gelijmd gelamelleerd hout bestaat uit houten lamellen die boven elkaar verlijmd worden zodat hun vezel evenwijdig loopt. De lamellen verkrijgen we door verschillende planken aan elkaar te lassen. De lijm die de verbinding tussen de lamellen tot stand brengt, heeft mechanische eigenschappen die minstens gelijk zijn aan die van de houten lamellen, zodat het geheel zich gedraagt als één massief stuk.”

En waarin verschilt het van CLT? “Bij CLT worden de lamellen niet evenwijdig met elkaar verlijmd maar kruiselings. Dat brengt heel andere eigenschappen en bijgevolg ook toepassingen met zich mee. Bij CLT moet je denken aan grote panelen die als wand, vloer of in het dak worden gebruikt, terwijl je BLC terugvindt in houten spanten of kolommen die zich zowel in gebogen als rechte vorm uitermate lenen voor het overbruggen van grote afstanden of het dragen van zware lasten.”

In het geval van de Nutsschool viel het nogal mee met die overspanningen, zo blijkt. “De meeste gebogen liggers gingen over meerdere steunpunten. De grootste gebogen ligger overspande 10,34 m. In de gemeenschappelijke ruimte is er wel een open ruimte waar de bogen op verschillende opvangliggers toekomen. Zo krijg je een open ruimte van 28,9 m.”

Verbindingen een uitdaging

“Geen enkel project is standaard”, vertelt Pieter Greven, “en ook de Nutsschool was dat niet. In dit geval hadden we vooral een kluif aan het intekenen van de verbindingen. We zijn vertrokken van een IFC-model dat ons was bezorgd door de constructeur, met daarin vervat de hoofdstructuur, maar niet de verbindingen. Doordat er heel veel verschillende situaties en aansluitingen waren, hield dit behoorlijk wat werk in. Op de hoofdstructuur hebben we alleen controleberekeningen uitgevoerd.” Hij geeft ons ook inzicht in de doorlooptijden. “Het luik engineering nam het grootste deel van oktober in beslag. De productie verliep in twee fasen: eentje begin november en een tweede eind november. Begin 2021 zijn we dan met de montage gestart onder coördinatie van onze werfleider Jan Stevens.”

Goede communicatie tussen de partners

Een van de talrijke voordelen van houtbouw is dat de bulk van het voorbereidende werk plaatsvindt in de fabriek, waar alle kolommen en liggers op maat worden gezaagd zodat op de werf zelf alleen nog het montagewerk overblijft. Met andere woorden, houtbouw is in grote mate prefab en dat zet de nodige druk op de communicatielijnen tussen de verschillende partijen. Alle stappen moeten naadloos op elkaar kunnen volgen. Eens het houten skelet opgeleverd, mag het natuurlijk niet weken aan gure weersomstandigheden worden blootgesteld. Gerben Jan van Harten: “Elke vrijdagnamiddag zaten we samen voor overleg via Teams. Lekker handig. Medio februari was het houten skelet klaar. We hebben het materiaal onmiddellijk afgedekt met een laag nooddakbedekking. Dat volstond in dit geval omdat het dak schuin staat. Bij een plat dak blijft het water erop liggen en is de kans veel groter dat het diep in het hout trekt.”

Niet alleen voor de planning, maar ook op het niveau van de uitvoering moet alles goed zijn doorgesproken zodat de installatie, bouwkundige details en de constructie mooi op elkaar zijn afgestemd. Heel concreet, de productie moet op voorhand weten waar de uitsparingen voor de installaties komen. En dit om fouten te voorkomen die daarna nog moeilijk recht te trekken zijn. In dit specifieke project vroeg het ontwerp om grote uitsparingen (diameter 400 mm) in de spanten voor een luchtbehandelingsbuis, de kleinere waren bestemd voor het schakelmateriaal.

Waarom gelamelleerd hout?

Je zou denken voor zijn duurzame uitstraling. En dat klopt ook. Henk te Kiefte: “Duurzaamheid in combinatie met circulair bouwen heeft ons voor hout doen kiezen. Het is bovendien een mooi materiaal met een zekere uitstraling. Met hout kan je uitpakken. Onmiddellijk zorgt het voor een aangename, warme sfeer. Daarom hebben we aan de binnenkant ook alle liggers en kolommen prominent in het zicht gelaten. Voor de buitenkant ging de voorkeur van de opdrachtgever naar een ander materiaal. Weet wel, als je ervoor kiest om hout als constructiemateriaal te gebruiken, dan moet je de detaillering, bijvoorbeeld van de constructievloer, eraan aanpassen. Hout leeft en vindt pas na één à twee jaar zijn balans.”

Eerder hadden we het al over het dak, dat gedeeltelijk uit CLT bestaat. Maar om de ruimte tussen de kolommen in te kleden, viel de keuze op Metal-stud, een stalen skeletje dat wordt opgevuld met gyproc-platen. Nochtans leent CLT zich ook prima voor wanden. “Dat was in dit geval geen optie,” zegt de architect, “gewoon al uit praktische overwegingen. Een schooldirectie beslist namelijk heel laat in het proces waar ze de stopcontacten willen, of waar er een scherm moet hangen. Dat soort dingen. Bij CLT heb je niet de luxe van het wachten.” Een tweede reden is meer technisch van aard. “CLT-panelen ogen bijzonder fraai, maar zonder extra ingrepen zijn ze niet erg geluidswerend, en dat kan in een klaslokaal voor hinder zorgen.”

Houtbouw revolutioneert de bouwsector

Houtbouw, Henk te Kiefte gelooft er rotsvast in: “Het op beton gebaseerde, traditionele bouwproces waarbij men een gebouw laag per laag opbouwt, is niet meer van deze tijd. Als je ziet wat er aan materiaal wordt weggegooid en hoe hoog de kosten van die fouten oplopen… dan lijkt het me veel zinvoller om de verschillende elementen onder ideale omstandigheden voor te bereiden in de werkplaats. Over 10 jaar maakt houtbouw deel uit van de standaard praktijk, daar ben ik van overtuigd. Nederland gaat ook duidelijk die richting uit.”

Gerben Jan van Harten is eveneens een fervent pleitbezorger: “Aan dit soort innovatieve projecten wil je als aannemer je naam verbinden. Het is waarom ik in deze sector zit.” Van een statement gesproken.

Toch is volgens Henk te Kiefte nog niet elke aannemer er even vertrouwd mee. “Ze moeten nog wennen aan het idee dat de dragende structuur kant-en-klaar wordt opgeleverd en ze op de werf zelf bij wijze van spreken alleen nog een boor en schroeven nodig hebben. In die zin perkt houtbouw de rol van de aannemer drastisch in.” Daar is Gerben Jan van Harten het niet helemaal mee eens: “Het klopt misschien dat onze gereedschappen anders worden, maar als ik dit project als voorbeeld neem, dan hadden onze timmerlieden hun handen vol met de vele kantjes en hoeken van de schil omheen het houten skelet. Onze rol is dus zeker niet uitgespeeld, maar zal wellicht wel veranderen. Voor iemand met een hart voor ambacht, wordt het er alleen maar leuker op. En uiteindelijk is het resultaat ook prachtig. Voorlopig woon ik nog in een appartementje, maar als ik later zelf ga bouwen, zal het op deze manier zijn,” kijkt de projectleider alvast vooruit op zijn eigen toekomst.

Meer weten over Bouwen met CLT?