Optoppen met CLT voor ruimer en hoger wonen

Een veelgebruikte manier om meer ruimte te creëren, is optoppen: één bouwlaag maakt plaats voor twee, soms zelfs meer. Dat woont wat ruimer of het zorgt voor meer kantoren op dezelfde oppervlakte. Wat de reden van de uitbreiding ook moge zijn, de fundering moet het extra gewicht natuurlijk kunnen dragen. Vandaar dat men bij optoppen in de eerste plaats in de richting van lichtgewicht materialen kijkt. Dan komen we al heel snel uit bij CLT, al bestaan er ook enkele andere mogelijkheden. We wegen ze kort tegen elkaar af.

Waarom optoppen?

Optoppen is om diverse redenen interessant. Voor de extra ruimte, dat ligt voor de hand. Een woning wordt zo plots veel ruimer en een appartementsblok een pak winstgevender. Diezelfde redenering gaat op voor studentenwoningen. Ook daar levert een extra laag kamers meer omzet op. Maar geld en ruimte hoeven niet altijd aan de basis te liggen, optoppen kan een bestaand gebouw net zo makkelijk een heel andere uitstraling geven. De combinatie van een afwijkende architectuur met innovatieve materialen doet vaak wonderen. In de lijn daarvan wordt optoppen soms ook toegepast om een wijk op te waarderen door voor woondifferentiatie te zorgen. Denk aan een riante penthouse bovenop wat goedkopere flats.

Impact van optoppen reikt ver

Vooraleer je het dak eraf haalt, vergewis je er eerst van dat optoppen überhaupt een optie is. Aan deze ingreep gaat altijd een technisch onderzoek vooraf, zelfs al gebruik je lichte materialen. Je moet er zeker van zijn dat het gebouw stabiel genoeg is en over voldoende draagkracht beschikt. Daarnaast vraagt optoppen soms nog andere aanpassingen om de levensduur van wat er al stond, gelijk te trekken met de nieuwbouw, zeker in het geval van flatgebouwen. Wijzigt er iets aan de eisen op vlak van brandveiligheid? Moet er nu een lift komen? En kan iedereen zijn wagen nog kwijt? Over zulke dingen moet je goed op voorhand nadenken. Bovendien verandert de aanblik van de wijk. Niet iedereen is te vinden voor een opvallend accent.

Verschillende optopmethodes

Zodra voor optoppen is gekozen, rijst de vraag naar de optopmethode. Er bestaan er nogal wat. De zwaardere constructies van vroeger, zoals betonskeletten, hebben vandaag veelal plaatsgemaakt voor lichtere materialen. Om te beginnen hout. Dan spreken we over CLT en houtskeletbouw, maar ook over houtschakelbouw.

Bij die methode passen houten balken verticaal in elkaar door middel van spacer-elementen. Behalve hout doet men tegenwoordig ook een beroep op staal. Staalframebouw leent zich uitstekend voor renovaties en optoppen. De constructief dragende stijlen en regels (C-, U-, sigma-, omegaprofielen…) zorgen voor een relatief licht raamwerk dat men verbindt met schroeven, of met bouten en moeren.

Voordelen van optoppen met CLT

Hoewel allemaal valabele opties, kan CLT toch een paar unieke troeven op tafel leggen. Schijfwerking is daar een van. CLT bestaat uit massieve panelen. Die min of meer monoliete uitvoering zorgt in vergelijking met de andere houtbouwmethoden voor een grotere horizontale stabiliteit, nog verder versterkt door het kruisverband. Staalframebouw legt het om een andere reden af tegen CLT: de aparte elementen zijn niet zo dicht als de gesloten wanden van CLT. Onder meer op akoestisch vlak zal dat gebrek aan dichtheid tot de nodige kopbrekers leiden.

Zo bewijst CLT eens te meer zijn enorme veelzijdigheid.

Interesse om op te toppen met CLT?